Do and don't smartphone

Do: vaak opladen


Het is voor je batterij het beste als je die regelmatig oplaadt, zo’n 40 tot 80 procent in één keer. Probeer de volle 100 procent te vermijden en laat het percentage ook niet vaak onder de 20 procent uitkomen. Zo gaat je batterij het langst mee.


Dat sommigen denken dat het slecht is om je batterij alweer op te laden, terwijl er nog 30 procent capaciteit over is, is trouwens niet gek. Vroeger was er bij oplaadbare batterijen sprake van het ‘memory-effect’. Dat betekende dat de batterij zou ‘vergeten’ dat die 30 procent gewoon nog gebruikt kon worden en daardoor in het vervolg sneller leegliep. De nieuwe Lithium-accu’s in onze telefoons hebben hier geen last van.


Do: eens per maand tot 100 procent opladen


Laad je batterij eens per maand op tot de volle 100 procent. Dat geeft je batterij een boost. Zie het als het opnieuw opstarten van je computer of het op vakantie gaan om jezelf even op te laden!


Don’t: ’s nachts opladen


We doen het allemaal weleens: voor het slapengaan je telefoon aan de oplader hangen, zodat je de volgende ochtend weer een volle telefoon hebt. Behalve dat je de batterij dan tot de 100 procent oplaadt, kun je dit ook voor een andere reden beter laten. Batterijen zijn namelijk gevoelig voor verhitting en die kans neemt toe als je de batterij lang oplaadt.


Don’t: je telefoon maanden laten liggen


Het is niet het meest waarschijnlijke scenario: je smartphone maandenlang niet gebruiken. Is dit toch eens het geval, probeer ook dan je batterij altijd een beetje op te laden, het liefst rond de 40 à 50 procent. Doe je dit niet, dan loopt de capaciteit ongeveer 5 tot 10 procent terug in gebruik per maand, met als gevolg een dode batterij.